ABS

Wat is een Antiblokkeersysteem (ABS)

Het in 1988 door BMW ontwikkelde antiblokkeersysteem (meestal afgekort tot ABS of ABS-systeem) is een elektronisch geregelde variant van "pompend remmen". Het voorkomt dat de wielen van een auto of motorfiets blokkeren wanneer er geremd wordt. Dit blokkeren kan optreden bij krachtig remmen of bij remmen op een glad wegdek.

Hoe werkt een Antiblokkeersysteem (ABS)

In het kort

Een magnetische sensor (EPD) detecteert via een metalen ring met uitsparingen of het wiel nog snel genoeg draait. Wanneer het wiel plotseling snelheid afneemt en wil gaan blokkeren wordt door de elektronica een klep open gezet om de remdruk weg te laten. Nu kan het wiel weer vrijer draaien. Een drukpomp voert dan meteen de remdruk weer op totdat het wiel eventueel weer bijna gaat blokkeren, waardoor de cyclus weer opnieuw begint.

Locatie van de ABS componenten

Er zijn 4 hoofdcomponenten voor ABS:

  • Snelheidsmeter
  • Kleppen
  • Pomp
  • Regelaar

Snelheidsmeter

Het ABS systeem moet op een bepaalde manier te weten komen of een wiel blokkeert. De snelheidsmeter, die bij het wiel zit, of soms in het differentieel, geeft deze informatie.

Kleppen

Er zit een klep in de remleiding van elke rem die wordt geregeld door ABS. De klep heeft drie posities:

 - 1 De klep is open; druk van de hoofdremcilinder gaat rechtstreeks naar de rem.

 - 2 De klep is dicht; hierdoor kan de druk van de hoofdremcilinder niet bij de rem komen. Hoe had je ook remt, de rem zal niet werken als deze klep open staat.

 - 3 De klep verlaagt de remdruk.

Pomp

Omdat de klep de mogelijkheid heeft om druk van de remmen te verlagen moet er een manier zijn om deze druk weer terug te krijgen. Dit doet de pomp. Als een klep druk laat vrij komen, zorgt de pomp dat deze weer op een juist pijl komt.

Regelaar

De regelaar is een computer, meestal de computer, of een aparte ABS computer. Hier wordt de snelheid bijgehouden en worden de kleppen geregeld.

ABS aan het werk

Er zijn veel verschillende type ABS systemen. Hier wordt een van de simpelere systemen uitgelegd:

De regelaar houd constant de snelheid van de wielen in de gaten. Hij kijkt naar vertragingen op wielen die niet normaal zijn. Tussen de tijd van remmen en het blokkeren van het wiel zal het wiel in deze korte tijd heel snel vertragen. Dit vertragen gaat veel sneller dan dat een voertuig normaal tot stilstand kan komen. Dit betekend dat het wiel zal gaan blokkeren en niet gewoon tot stilstand gaat komen. Een auto kan in een ideale situatie van 100 Km/u tot stilstand komen in 5 seconden. Maar bij een wiel dat gaat blokkeren gaat dat binnen een seconde, hierdoor weet de computer dat het wiel niet op een normale manier aan het vertragen is, maar wil gaan blokkeren.

Omdat de regelaar weet dat de vertraging in de wielomwentelingen niet normaal is voert hij de remdruk af totdat er een acceleratie op het wiel gemeten wordt, hierna gaat het de remdruk weer opvoeren totdat het wiel weer tegen het blokkeren aan zit. Dit gaat zo snel dat je niet eens merkt dat het wiel constant van snelheid veranderd. Omdat er constant tegen het blokkeren aan wordt geremd is er een maximaal remvermogen gecreƫerd.

Als ABS is werking is voel je pulsen op het rempedaal. Dit komt omdat de kleppen heel snel open en dicht gaan. Dit kan wel tot 15 keer per seconde zijn.

Goed om te weten

  • Probeer nooit pompend te remmen als je ABS hebt. Druk gewoon stevig je rem in en laat de ABS het werk doen, ook tijdens het pulsen door de ABS op het rempedaal.