route maken op papier

Het uitzetten van een route en Het maken van een routebeschrijving

Dit draaiboek behandelt de algemene aspecten van een route beschrijving:

1. De algemene aspecten:

Om tot een toertocht volgens een volledige routebeschrijving te komen, moet een rit uitgezet worden.

  • Dit geschiedt als volgt:

1. Het in grote lijnen uitzetten op papier.

2. Het voorrijden en alle punten duidelijk op papier uitwerken.

3. Het (laten) controleren van punt 3

4. Het maken van een definitieve versie

5. Het narijden door iemand die de route niet kent

6. Het verbeteren van eventueel geconstateerde fouten.

7. Een laatste controle (een dag van tevoren i.v.m. mogelijke omleidingen of wegopbrekingen)

Blijf kort en bondig:

  • Probeer bij het beschrijven kort en bondig te zijn, zonder incomplete informatie te verstrekken.
  • Het is een goede gewoonte om bij moeilijkere punten twee aanknopingspunten te vermelden (3e weg rechts plus bijvoorbeeld de straatnaam).

Gebruik van afkortingen:

  • Gebruik in de routebeschrijving de algemeen geldende afkortingen (zie hoofdstuk 2).
  • Nummer de routepunten en deel de routebeschrijving onder in blokken van vijf.

Eerste keer narijden vanaf routebeschrijving:

  • Door de uitzetter wordt de routebeschrijving geverifieerd.
  • Deze controle is in de meeste gevallen voldoende om een goede routebeschrijving op te leveren volgens de inzichten van de uitzetter.

Laten narijden door een derde:

  • Om een grote mate van subjectiviteit te ondervangen, dient de route nagereden te worden door iemand die deze nog nooit heeft gereden.

Laatste controle:

  •  Als laatste controle dient de route daags tevoren (of op de toerdag zelf indien mogelijk qua tijd) nog eenmaal te worden gereden om eventuele veranderingen (b.v. omleidingen, wegopbrekingen, lokale evenementen zoals wielerwedstrijden e.d.) te kunnen signaleren.

Gebruik van een back-up:

  • Dit is een soort reserve persoon. Het is wenselijk dat die er een keer bij is, als de route wordt gereden.
  • Het is ook aan te bevelen indien er afspraken gemaakt worden bv. bij een vaste tussenstop, of andere belangrijke zaken, dat deze persoon erbij is, of in ieder geval overal van op de hoogte is. Dit is zeer belangrijk ingeval de uitzetter c.q. organisator tijdens de eigenlijke route uitvalt of niet aanwezig kan zijn, anders komen de deelnemers in de kou te staan.

2. De specifieke aspecten:

Dit hoofdstuk behandelt de meer specifieke zaken die betrekking hebben op het uitzetten en het op papier zetten van de route.

Dit hoofdstuk kan globaal worden onderverdeeld in:

1. Gebruik afkortingen

2. Diverse tips

3. Het routeboekje

4. Algemene bepalingen

1.Gebruikte afkortingen

  • De aanduidingen die vaak gebruikt worden in de routebeschrijvingen kunnen snel en duidelijk aangegeven worden door middel van afkortingen.
  • Deze afkortingen zijn:

LI =Links EW =Einde weg

RE =Rechts PNB =Plaatsnaambord

RI =Richting WW =Wegwijzer

VRW =Voorrangsweg SPL =Splitsing

VRK =Voorrangskruising T-SPL =T-splitsing

VKL =Verkeerslichten KM =Kilometer

ROT =Rotonde HMP =Hectometerpaal

BP =benzinepomp !!! =LET OP

2. Diverse tips:

Hieronder volgen nog diverse tips met betrekking tot de routebeschrijving. Het zijn alle hulpmiddelen om het een en ander voor de deelnemer op een snelle en overzichtelijke manier duidelijk te maken.

  • Straatnamen kunnen aangeduid worden door die straatnaam tussen haakjes te zetten. b.v. : punt 101 VRW, LI, RI Amsterdam (Meersenerweg).
  • Probeer bij markante punten de eventuele km-afstand te vermelden, zodoende weet men ongeveer hoeveel km men al heeft gehad en hoeveel km men nog voor de boeg heeft Ook bij lange stukken tussen twee opeenvolgende punten verdient het aanbeveling om even de afstand te vermelden, dit om twijfel bij de deelnemers over eventueel gemiste routepunten weg te nemen. b.v. : punt 23 GOES 3e RE, na molen LI (ca 10 KM).
  • Indien er gebruik gemaakt wordt van een fietsroutewijzer dient dit in de routebeschrijving vermeld te worden. b.v. : punt 67 fietsroute RI Assen 7 volgen.
  • Indien het routepunt binnen de bebouwde kom ligt, wordt de plaats met hoofdletters geschreven. b.v. : MAASTRICHT RE, RI Bemelen.
  • Op plaatsen waar mogelijk, wordt de straatnaam of de naam / beschrijving van een markant punt gebruikt. b.v. : 3e LI (bij kruisbeeld).

3 .Het routeboekje:

  • Stelregel van het routeboekje is dat er met zo weinig mogelijk punten een duidelijke en foutloze routebeschrijving gemaakt moet worden. Bij de opmaak uitgegaan van A5 of A4 formaat, betekent dit 30-35 routepunten per pagina.

4. Algemene bepalingen:

Hieronder volgen een aantal punten waaraan gedacht moet worden bij het uitzetten van een route en het maken van een routebeschrijving.

  • Zorg voor en vast begin- en eindpunt. Vermeld duidelijk het adres en telefoonnummer in de routebeschrijving.
  • De lengte van de route moet tussen 50 en 150 km liggen. Vermeldt de exacte lengte in de routebeschrijving.
  • Geef de stops aan, die tijdens de rit gemaakt kunnen worden.

o Hou hierbij aan: 1 stop bij 100 tot 150 km.

  • Geef de benzinepompen die tijdens de rit geopend zijn aan.
  • De rit mag nimmer op snelheid gebaseerd zijn.
  • Bij het uitzetten dient te worden uitgegaan van individuele deelnemers.
  • De uitzetter dient uiterlijk 3 weken voor de rit de routebeschrijving geheel af te hebben, gecontroleerd, nagereden door een derde.

Tenslotte een voorbeeld van een routebeschrijving volgen de richtlijnen:

1. Vanaf clubhuis LI RI Gronsveld

2. GRONSVELD: LI RI St. Geertruid

3. 3e LI (bij kruisbeeld)

4. MEERSSEN: VRK RE RI Valkenburg

5. RAAR: weg volgen

6. GUELLE: 3e LI RI Snijdersberg

7. DOENRADE: RE RI Spaubeek (Javastraat)

8. Spoorweg over, bij HMP 18 RE (Banendijk)

9. SWARTBROEK: RE RI Ittervoort (na 300 mtr BP)

10. 1e RE (Schoorweg)

11. EW LI

12. VRK RE RI Hoenderloo

13. !!! bij gevaarlijke kruising Rechtdoor

14. VKL LI RI Oss

15. HORST: op 3-S LI RI Amsterdam

enz. enz.enz. enz